Beschrijving
Kaart Gaasvlieg Bladluizen
De kleine ovale, zwarte, grijze of groene insecten, die zich in kolonies aan de onderkant van de bladeren bevinden, zijn voor iedere tuinier een welbekend verschijnsel. Andere namen zijn ‘miendijen’ en ‘memel
Dier
De superfamilie van de bladluizen omvat 2 tot 3 mm lange insectjes, zacht en peervorming, en met een kleine kop. Op hun achterlijf hebben ze twee wasklieren in de vorm van buisjes.
Bladluizen voeden zich met plantensappen, die ze met hun zuigende monddelen uit het blad halen. Die sappen bevatten in verhouding veel suikers en weinig eiwitten. Om aan voldoende eiwitten te geraken, zuigen de bladluizen heel veel plantensappen op en het teveel aan suikers scheiden ze af op de bladeren onder de vorm van een kleverige stof, honingdauw genoemd. Dit zoete vocht maakt de bladeren kleverig en doet ze glanzen. Mieren zijn dol op die zoete stof en heel vaak zie je dan ook eieren op planten die door bladluizen aangetast zijn. In ons klimaat groeien er soms ook zwarte schimmels op dat zoete vocht. Deze roetdauw schimmels houden op de duur het licht tegen. In sommige droge streken van de wereld droogt deze honingdauw op tot ‘manna’, die dan verzameld en gegeten wordt.
Onder de erg talrijke soorten zijn er enkele heel bekend en algemeen schadelijk in de groenteteelt. De groene perzikbladluis overwintert als ei op perzik en zit als larve en luis op aardappelen, bieten, sla en andere gewassen. De zwarte bonenluis heeft drie winterwaardplanten: de kardinaalsmuts, Gelderse roos en boerenjasmijn. De zomerwaardplanten zijn boon, labboon, spinazie, tomaat, komkommer, perzik, zuring en vele kruiden. Op fruitsoorten vinden we een hele resem gespecialiseerde luissoorten.
Schade
Bladluizen zijn zuigende insecten die zich met plantensap voeden. Het eerste symptoom is de misvorming van de bladeren en de scheuten waar ze op zitten. De bladeren krullen om. Bij sommige groenten zijn geelverkleurde plekjes te merken op het blad. Een blik op de onderkant van het blad geeft zekerheid of het al dan niet om bladluizen gaat. Doorgaans zijn bladluizen het meest gesteld op de jonge scheuten en blaadjes, hoewel ze ook speciaal de oudste bladeren durven kiezen. De schade situeert zich op drie vlakken. Vooreerst nemen de luizen door het zuigen van plantensap de energie van de plant weg, wat tot groeistilstand zal leiden. Ten tweede scheiden ze honigdauw af waarop zich soms zwarte roetdauw schimmel ontwikkelt, die de bladgroenverrichting onmogelijk maakt.Tenslotte zijn de bladluizen de voornaamste overbrengers van virussen.
De schade is het meest te vrezen bij warm en droog weer. Na een zachte winter komen meer en vroeger bladluizen voor, omdat ook de luizen die op de zomerwaardplant gebleven zijn, overleven.
Preventie
Essentieel voor het voorkomen van bladluisaantastingen is een evenwichtige plantenvoeding. Trieste jonge plantjes die niet willen groeien, worden door de bladluizen netjes weggeruimd. Maar ook overmatig bemeste exemplaren krijgen een speciale aantrekkingskracht voor de luizen. Planten met een kaliumgebrek trekken ook luizen aan, evenals planten met een tijdelijk water te kort. Als plantversterkende middelen zouden heermoes aftreksel en in minder mate zeewierextracten en gesteentemeel een werking hebben. Houtasse zou een effect kunnen hebben bij kaliumtekort.
Oost-Indische kers trekt zwarte luis aan: daarom wordt de plant vaak als vangplant voor de bladluizen ingezet. Er zijn voorbeelden van gewassen met resistentie tegen bladluis ( b.v. bij druiven), maar informatie hierover bij andere gewassen is (nog) niet te vinden.
Bestrijding
Om lichte aantastingen in toom te houden, worden herhaalde bespuitingen met planten aftreksels aanbevolen. Brandnetel aftreksel is het klassiek gekende middel, dat echter slechts een matige werking heeft. Door toevoegen van zeep kan men het resultaat iets verbeteren. Herhaaldelijk de planten afspuiten met een krachtige waterstraal helpt ook, maar kan de plant beschadigen. Verder wordt er met oplossingen van bruine of groene zeep gespoten. De werking van al deze middelen is niet geheel voorspelbaar; in elk geval moeten ze regelmatig herhaald worden.
Voor bestrijding van bladluis, zowel onder glas als in volle grond, heeft Greenline.nl een natuurlijke vijand. De gaasvlieg Chrysopa carnea is een inheems insect, waarvan de larven ware veelvraten zijn die het vooral gemunt hebben op bladluizen. De larven zuigen de bladluizen leeg. De volwassen gaasvliegen zijn geen predatoren van de bladluis.
Hoe werkt het met deze kaarten
Als u een bestelling plaatst krijgt u van ons een folder toegestuurd over het betreffende beestje. In die folder zit een kaart die u invult en voorziet van een postzegel. De kaart stuurt u dan op en krijgt dan van Biobest uw bestelling opgestuurd. Een andere mogelijkheid is dat u Greenline vraagt de afhandeling van uw bestelling op zich te nemen. In dat geval vult Greenline uw kaart in en verzorgt de verzending daarvan. Geef bij afhandeling door Greenline wel aan wanneer u uw order wilt ontvangen en waar de levering heen moet mocht dit afwijken van het factuur adres. Bij afhandeling door Greenline komen de verzendkosten te vervallen. Let op !! Het is belangrijk om bij uw bestelling een afleverdatum te vermelden. U kunt uw afleverdatum vermelden bij de “Bestelnotities”.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.