Is biologische land en tuinbouw in opmars ? Het zal u niet ontgaan zijn maar er is een discussie gaande over de het stikstofbeleid van Nederland en Europa. Op zichzelf is dat een goede ontwikkeling, men denkt eindelijk eens na over ons milieu en over de effecten van ons handelen op onze aarde. Toch is er ook een hoop tegenstand en twijfel over wat nou wijsheid is. Dat is natuurlijk niet zo raar met alle milieuwetgeving en de aankomende stikstofwetgeving. Bij Greenline weten wij al een tijdje dat biologische land en tuinbouw de spreekwoordelijke toekomst zijn.
Maar wat is dat nou eigenlijk biologische land en tuinbouw. Heel kort gezegd betekent het dat de kweker/teler geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetisch gemodificeerde organismen. Dieren krijgen meer ruimte en kunnen hun natuurlijk gedrag vertonen. Er zijn verschillende biologische keurmerken die dit controleren. Biologische landbouw ontstond in de 20ste eeuw als reactie op de industrialisatie van de voedselvoorziening. Biologische landbouw is een landbouwvorm die nadrukkelijk rekening houdt met milieueffecten en dierenwelzijn.
Bestrijding van ziektes en plagen
Vroeger was het heel normaal om kunstmest als bijvoorbeeld Pokon te geven aan je kamerplanten. Nou is Pokon niet biologisch en is dus zeker niet geschikt om te gebruiken op consumptie gerichte teelt. Maar ook stoffen als DDT werden vroeger veel gebruikt om plagen en ongedierte te bestrijden in de landbouw. Maar ook middelen om het land klaar te maken voor de volgende teelt waren vaak van chemische aard. Tegenwoordig wordt er steeds meer toegewerkt naar een biologische manier van kweken en dat geld zeker ook voor uw huiskamerplanten.
Biologische middelen zijn vaak minder sterk in werking ten opzichte van chemische middelen. Je moet er dus vaak wat meer of wat vaker gebruik van maken. Ook zit wel vaak een geurtje aan biologische middelen omdat het gaat om fermenterend planten en ander organisch materiaal. Als je dat allemaal niet zo een probleem vind, is het zeker de moeite waar om te overdenken of je niet ook meer biologisch moet gaan werken.
Greenline is leverancier van een complete Bio-organische lijn van voeding en bestrijdingsmiddelen van het merk HealthyGardening. HealthyGardening is puur bio-organisch en is verkrijgbaar in een grote variëteit aan meststoffen.
Biologisch of chemische meststoffen
Uiteraard zijn er verschillen in het gebruik maar ook het eind resultaat tussen biologische en chemische meststoffen. Met chemische meststoffen moet je vaak voorzichtig zijn omdat je de plant anders kan beschadigen. Dit risico is bij biologische meststoffen veel minder aanwezig. Sommige chemische meststoffen kunnen bijtend zijn bij aanraking met de huid met alle bijkomende ellende. Ook dat risico ligt bij biologische meststoffen veel lager.
De meeste chemische meststoffen zijn niet op een natuurlijke manier afbreekbaar en kunnen zich stapelen in het gewas en in het substraat. Biologische meststoffen zijn afbreekbaar en verdwijnen dus uiteindelijk uit het substraat en uit de plant. Zij lossen als het ware op.
Ieder gewas van groot tot klein van plantje tot boom heeft voedingstoffen nodig. Voor elk gewas zijn er bepaalde stoffen die eigenlijk altijd terug komen. Dit zijn stoffen die in de natuur voorkomen en die de plant gebruikt om photosynthese in gang te kunnen brengen. Denk aan stoffen als Kalium, Calium, Fulvine en Humine en zo zijn er nog meer stoffen die allemaal meehelpen een gewas, boom of struik te laten groeien en bloeien.
Wel is het zo dat ieder gewas zijn eigen verhoudingen wil en dat ook de timing wanneer een stof wordt opgenomen verschilt natuurlijk per gewas. Iedereen die vroeger een beetje heeft opgelet op school weet bijvoorbeeld dat elke plant Co2 opneemt overdag en zuurstof afgeeft en als je echt hebt opgelet weet je dat dit proces ‘s nachts omdraait.
Wereldwijde ontbossing
We weten dus ook dat wij geen regenwouden moeten kappen maar dat wij juist meer groen moeten aanplanten als wij het stikstof gehalte op onze aarde omlaag willen brengen. Toch worden er nog steeds regenwouden gekapt omdat er mensen zijn die hardhout willen hebben. Toch, hoe meer mensen een tuin of balkonnetje of misschien het dak met groen beplanten zou dat een bijdrage zijn aan het terug dringen van Co2.
Naast dat bossen en regenwouden onze zuurstof voorziening verzorgen zijn bossen en regenwouden ook verantwoordelijk voor wat men met een mooi woord biodiversiteit noemt. Biodiversiteit gaat over de aantallen verschillende dier en plantensoorten die onze aarde rijk is. In heel veel gevallen zijn bepaalde boom of plant soorten afhankelijk van een specifieke dier of insecten soort voor hun overleving en voortplanting. Denk bijvoorbeeld maar aan bestuiving van planten en bomen, maar dat kan ook gaan om bijvoorbeeld beveiliging van de plant. Dit soort samenwerkingen tussen plant en diersoorten noem je symbiose en dit komt vaker voor dan je zou denken. Het is dus van groot belang dat bossen en regenwouden blijven bestaan en beschermd woorden.
De effecten op de omgeving
Hoe beter wij dat doen hoe beter dat is voor ons milieu. Het is dan wel zo handig om dat gelijk op een verantwoorde manier te doen namelijk biologisch. Geen chemische middelen gebruiken die het substraat kunnen overladen met voedingstoffen en hoe minder chemische stoffen wij gebruiken des te minder chemische fabrieken die dan open moeten blijven om aan de vraag naar kunstmest te voorzien. Chemische meststoffen die inde landbouw worden gebruikt komen ook terecht in het oppervlakte water en de rest van onze directe leefomgeving.
Oppervlakte water is het water dat bij de waterzuiveringsinstallatie binnen komt en waar drinkwater van wordt gemaakt. Echter nogal wat van de chemische stoffen in dat oppervlakte water kunnen niet uit dat water worden gefilterd met als resultaat dat zij in de voedselketen en zo in onze lichamen terecht komt. Vee drinkt water uit sloten en omliggende irrigatie kanalen. Dit is water dat nog niet bij de waterzuivering installatie is geweest. Op die manier komt dat vervuilde oppervlakte water dus in ons vee en zo in onze voedselketen. En net als in substraat kunnen die stoffen zich opstapelen in het lichaam. Niet zo een fijn idee als je daar over nadenkt en ook wel een punt om over na te denken in in het licht van biologische land en tuinbouw.
De voordelen en nadelen
Er is dus nogal wat te zeggen voor biologische land en tuinbouw. Nu nog zorgen dat het beter betaalbaar wordt voor iedereen dus ook voor de producenten. Het argument om niet biologisch te kweken is nu dat het te duur is, te duur om te produceren waardoor het ook te duur word om een hele bevolking zover te krijgen dat zij biologisch gaan eten.
Waarom zijn wij ooit overgestapt op chemische middelen vraag je je misschien af. Waarschijnlijk heeft een en ander te maken met de manier waarop wij tegenwoordig voedsel produceren. Vroeger werd voedsel lokaal geproduceerd en ook verhandeld en gegeten. Tegenwoordig word er geproduceerd met name voor de export. Maar dan moet je wel zo goedkoop mogelijk kunnen leveren natuurlijk.
Megastallen en economisch belang
Neem nou een diersoort als varkens. Varkens worden al jaren door mensen gegeten en zijn dus een belangrijk onderdeel van de voedselketen. Nou is een varken bij uitstek een dier dat ruimte nodig heeft en dat moet kunnen wroeten in aarde en modderpoelen, want dat is nou eenmaal wat een varken doet. Echter economische belangen hebben er voor gezorgd dat het leven van varkens drastisch is veranderd. En niet perse in de goede zin van het woord.
Tegenwoordig hebben wij in Nederland bijvoorbeeld megastallen met varkens. Hier staan varkens de hele dag binnen in een stalen kooitje met weinig tot geen bewegingsvrijheid. Dit zijn geen boerderijen meer maar dit zijn varkensfabrieken. En het is dus niet zo dat deze varkens daar staan voor de Nederlandse consument maar voor de export. Dat is een puur economische reden om megastallen te gebruiken. Het gros van de Nederlandse varkens word geëxporteerd naar het buitenland.
De mest van deze megastallen blijft achter in Nederland en word zo bij het mest overschot gevoegd natuurlijk. Dat moet dan weer worden opgelost door belastingen te heffen op het verwerken van de mest en dat wordt dan weer door berekend in de prijs van ons vlees in de supermarkt. Eigenlijk betalen wij dus voor de export van voedsel waar wij zelf niets van opeten. Dat gaat dus alleen maar om economisch belang. Hetzelfde gaat op voor producten als graan. Nederland produceert veel meer graan dan wij zelf op kunnen.
Om een voorbeeld te geven onderstaande is uit een artikel uit 2017 op de website https://akkerwijzer.nl en geeft je een idee van de hoeveelheden waar we het hierover hebben.
“In de periode van 1 tot en met 7 maart werd, inclusief nog niet eerder verwerkt aangiften in het douanesysteem, 791.309 ton graan uitgevoerd, waarvan 396.105 ton zachte tarwe, 64.800 ton mais en 205.127 ton gerst. In dezelfde periode werd 160.294 ton graan ingevoerd waarvan 138.279 ton mais. Dat meldt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in het bericht van 9 maart over actuele ontwikkelingen in de granenmarkt vanuit Brussel.”
En dat is over een periode van een week. Maar zoals iedereen weet graan is een gewas en gewassen kunnen ziektes oplopen, dus die moet je beschermen. Dus dat doe je dan zo goedkoop mogelijk want aan het eind si winst alles wat telt. Wederom is er dan een punt waarop de kunstmest en de chemische bestrijdingsmiddelen die je dan moet gebruiken in Nederland in de grond blijft zitten en in het oppervlakte water. Het product zelf wordt echter verscheept en komt niet in de Nederlandse voedselketen terecht.
De “oplossing”
Nederland zit heeft dus een probleem als het gaat om onze biologische leefomgeving. En de oplossing is niet een simpele of snelle. En dat komt in veruit de meeste gevallen door economisch denken en handelen in plaats van ecologisch.
Nederland zou terug moeten naar een manier van voedsel produceren die is gebaseerd op lokaal geproduceerd voedsel. Wat men dus ook wel van Global back to Local noemt. Door meer lokaal te produceren en te consumeren kun je ook veel makkelijker terug naar biologische land en tuinbouw. Gelukkig zie je tegenwoordig steeds meer mooie initiatieven verschijnen die op lokale manier bezig zijn. Denk maar aan Urban Gardening waar mensen in hun directe omgeving zelf voedsel verbouwen. Van balkon tot tuin en van tuin tot dat plakje in die groen zone die nu eigenlijk niet gebruikt wordt.
Iets wat daar naadloos op aansluit is het vierkante meter tuinieren waar bij er op letterlijk 1 vierkante meter verschillend groenten en fruit worden geteeld. Nederland lijkt zich langzaam aan bewust te worden van het belang om iets te doen aan onze leefomgeving en dat is goed en dat is ook waar wij met dit artikel aan proberen bij te dragen.
Jij kunt jouw steentje bijdragen door gebruik te maken van biologisch meststoffen zoals die van HealthyGardening voor jouw plantjes en gewassen.